
Dag 9 + 10 – De fietsen hebben gisteren een doorsmeerbeurt gehad, dus dat belooft wat. Uitgezwaaid door de staf van Tapwa gaan we op weg.
Keurig treintje. Goed gefocust. Onze handgebaren werken prima: pas op voor gat in de weg… koe op de route… bus in aantocht… scooters langszij… drempel… hand hoog… nog een drempel… nog een gat… ai een bus… Af en toe handen tekort: pas op er ligt iemand onder het stof in de berm…
Op een kerkhof staat een man in zijn eentje een graf te graven.
De Indiërs langs de weg zwaaien verrast en weten waarschijnlijk niet wat voor rood-wit lint ze voorbij zien komen.
Bananen- en kokosnotenplantages. Het landschap schiet voorbij, het treintje rijdt. Sathiya loodst ons door de gekte van de dorpjes, trommelende mannen, toeterende auto’s, scooters langszij…
Een korte plaspauze. En door!!!
Uiteindelijk draaien we de weg op die 50 kilometer lang omhoog gaat naar Kodaikanal, een plaats hoog in de bergen. Vol goede moed-en uiteraard op het heetst van de dag- klimmen we omhoog. En hoger en warmer en zwaarder. En heter… Op fietsen met niet al te goede versnellingen.
Na 12 zware kilometers doen we een stop. Deze keer worden we verwelkomd door een troep apen. Zelfs de koffiebekers zijn niet heilig. Bananen moeten in de bus worden opgegeten, want van alle kanten slaan de kleine monstertjes toe.
We proberen nog een paar kilometer maar stappen dan uitgeput af. Aan de kant van de weg gaan we lunchen. Heerlijke bak met pittige rijst.
Allemaal in de bus wordt de route vervolgd. Uiteindelijk nog bijna 1.5 uur de bergen in. Uiteindelijk komen we aan in een prachtige villa op 2.095 m hoogte.
De volgende ochtend gaan we eerst sightseeing doen rondom Kodaikanal. We rijden naar een paar bijzonder mooie uitzichtpunten. Ook bezoeken we bijzondere bomen waarvan de wortels helemaal over de rotsgrond heen groeien.
Na een shopsessie, een rondje op de fiets om het meer en lunch is een deel van de groep op de fiets gestapt om de 50 km lange afdaling te doen. De rest stapt halverwege ook op de fiets, inmiddels een beetje jaloers dat ze niet vanaf het begin mee waren gegaan. Met 60-90 km op het teller komen we aan bij het kantoor van Tapwa en nemen afscheid met cadeautjes.
We spreken met Sevaa Niketan. Hij houdt zich bezig met het aanvragen van projecten, en het bewaken en evalueren daarvan. Hij is onder meer betrokken bij het mestproject. Hij bevestigt wat wij constateerden, dat dit project wel goed loopt en eigenlijk kan worden uitgebreid door de productie te verhogen. Daar zou een nieuwe zeefmachine dienstig voor zijn.
Zijn visie om in de communities de mensen zelf met ideeën te laten komen in plaats van iets aan te reiken, spreekt ons erg aan.
Hij vertelt over de pogingen die worden gedaan om te voorkomen dat meisjes op zeer jonge leeftijd worden uitgehuwelijkt. Dat gebeurt omdat ze zo kwetsbaar zijn en een groot risico lopen verkracht te worden of anderszins mishandeld of misbruikt. Er zijn projecten om meisjes en vrouwen te leren weerbaar te zijn en ze krijgen onderricht in hygiëne. Er is behoefte aan meisjes die medische kennis hebben omdat een groot percentage van de zwangerschappen van deze jonge vrouwen voor zowel moeder als kind niet goed afloopt. Op mijn vraag of er ook birth control programma’s zijn krijg ik helaas geen echt antwoord. Duidelijk is wel dat er nog veel te winnen is in de gemeenschappen waar de allerarmsten deel van uitmaken. Een zelfstandig bestaan opbouwen is voor deze vrouwen echt heel moeilijk.