Uit het reisdagboek.
VIERDE FIETSDAG – Van Mangochi naar Liwonde National Park.
Voordat we vanochtend om 07.30 uur vertrokken, hebben we eerst voor Fabie gezongen omdat ze vandaag jarig is. Het plan is om 83 km te fietsen. Bij vertrek is het bewolkt en dat maakt dat het fietsen voor iedereen soepel gaat, heel fijn. De weg helpt ook mee. Het asfalt is goed! Moesten we vorige dagen roepen ‘gat links, gat rechts, gaten overal!’, konden we ons nu vooral richten op de prachtige omgeving. We fietsen namelijk voor een groot deel langs de ene kant van Lake Malawi en aan de andere kant de bergen.
De omgeving is groen met akkertjes. Sommige akkertjes zijn klaar om te gaan verbouwen. Andere zijn al geoogst. Bij de huisjes zie je de vrouwen koken, wassen, vegen of wat zitten. De steenfabriek staat lekker te roken en de waterpompen worden druk bezocht. We hebben de afgelopen dagen heel veel waterputten gezien. De mensen hoeven er hier niet al te ver voor te lopen.
Op de fiets door Malawi is echt een feestje -als de zon niet fel schijnt tenminste. Langs de kant van de weg gebeurt van alles en de mensen zijn vriendelijk, met een grote glimlach op hun gezicht. Er zijn mooie, vluchtige ontmoetingen maar ook langere. Met sommige mensen heb je in een flits van een seconde oogcontact en dan voelen wij beiden ons gezien. Kinderen, vanaf het schoolplein, hun huis of zomaar ergens, rennen naar de weg en roepen azungu (wit persoon) bobo of how are you? Wij roepen bobo (hallo) terug of roepen ‘om hen te attenderen dat we hier zijn. Ook wordt er heel veel gezwaaid naar elkaar, het is te leuk. Er zijn kindertjes maar ook volwassenen die het spannend vinden om te zwaaien, te roepen of te kijken en dat is prima.
We zien ook blikken van mensen die niet zo goed weten wat ze aan moeten met twaalf blanke vrouwen op fietsen.
Voor de eerste stop kopen we langs de weg onbekend, zoet fruit: mpoza. We lunchen in de tuin van een moskee met heel veel kinderen van de dichtbijgelegen school en dat is gezellig. Bij de moskee staat een waterpomp. Voordat we gaan eten, helpen we het meisje dat aan het pompen is, met het vullen van haar emmers. Daarna zet ze de emmer op haar hoofd en loopt ze weg, hoogstwaarschijnlijk, naar haar huis. We hebben 3 emmers voor haar gevuld dus hopelijk kan het gezin hiermee even voort.
We sluiten de lunch wederom af met ‘hoofd-schouders-knieën-teen’ dat ook hier een doorslaand succes is. Voordat we bij Liwonde zijn, scoren we nog wat souveniers en een cadeautje voor Fabie en wandelen over de lokale markt.
De lodge waar we twee nachten blijven, ligt midden in het National Park. De dieren lopen hier dus gewoon los om ons heen. Onderweg naar onze boomhut, die open is maar beschermd door kippengaas, zien we de olifantenpoep al liggen. Spannend hoor. In de nacht mag je de kamer niet verlaten en als je er niet bent moeten de tassen op slot want de apen kunnen zo brutaal zijn dat ze op zoek gaan. Belangrijke papieren houden we bij ons.
Voordat we gaan eten, genieten we nog even van de schitterende zonsondergang en in de avond kletsen we gezellig na bij het kampvuur. Hopenlijk komt er nog een dier langslopen. En de sportprestatie? Iedereen heeft de 84,6 km gehaald!